Blog

Oterdum, hoe een dorp verdween

geschreven door R.Duursma op

Oterdum, een klein dorp aan zee, een dorp ook waar wat te beleven valt. Een deel van de inwoners werkt op het land, een ander deel bestaat uit scheepslui. Het dorp vindt haar oorsprong rond het jaar 1000 en is door haar ligging aan de dijk tussen Delfzijl en Termunten af en toe betrokken bij grote gebeurtenissen zoals de 80-jarige oorlog. Na de watersnoodramp van 1953 moeten alle dijken in Nederland op deltahoogte gebracht worden, en aangezien Oterdum direct tegen de dijk ligt moet een deel van het dorp, te beginnen met de kerk, wijken voor de nieuwe, veel bredere, dijk.

Langzaam loopt daarna het dorp leeg totdat er in 1975 niemand meer woont. De opkomende industrie geeft het laatste zetje, de vooruitgang slokt naast Oterdum ook de dorpen Weiwerd en Heveskes op.

De afbraak van het kerkje en delen van het dorp is gefilmd door de heer Japenga uit Delfzijl. Zijn vrouw kwam uit Oterdum en hij gaat vanaf 1967 in het dorp filmen. Deze film hebben we opnieuw gedigitaliseerd met een moderne 4K filmscanner, en gecombineerd met een radiouitzending van Radio Noord uit 1981, 6 jaar nadat de laatste bewoners uit Oterdum vertrekken. Verslaggever Melle Wachtmeester is dan in Oterdum en loopt rond met twee oud-bewoners die herinneringen ophalen. De oude heer Mulder is soms moeilijk te verstaan, maar toch voel je in zijn woorden de liefde voor Oterdum. Hij is een van de laatste 8 bewoners en mijmert over hoeveel plezier men onderling had in het dorp. Er is “in zijn tijd” nog een schoenmaker, een bakker, een slager en hijzelf is dan fietsenmaker en hij verhuurt ook nog eens auto’s. Dat allemaal in een dorpje van ongeveer 100 inwoners.

In het begin van de radiouitzending staan ze bij het monument van Oterdum, op de dijk waar alleen nog een paar graven herinneren aan wat hier ooit geweest is. De verslaggever vraagt aan Mulder waar hij aan denkt als hij het monument ziet: “Och, nou, dat is er geweest, zo is dat. We hadden liever het paard van de kerk gehad, wij oud-Oterdummers”.

En dat paardje komt uitgebreid aan bod in de film van Japenga. Sloper Wierenga, goed in beeld in de film, komt dagelijks vanuit Amsterdam naar het hoge noorden, werkt maximaal twee uur aan het slopen van de kerk en gaat dan weer terug. Zijn vrouw ligt in het ziekenhuis en daar wil hij om vier uur pertinent weer zijn. Na het ziekenhuisbezoek gaat hij verder met een sloopklus in de buurt. De Oterdummers wordt niks bespaard en moeten tergend langzaam afscheid nemen van de kerk en de windvaan in de vorm van een paard. Deze ligt in een dramatische scene in de film levenloos en gebroken op de grond en zal nooit meer aanwijzen hoe de wind waait.

In het kader van de Maand van de Groninger geschiedenis gaan we een experiment aan. We combineren twee bronnen over hetzelfde onderwerp maar net een paar jaar eerder of later gemaakt. In dit geval een radiouitzending en een film.

Montage van een film van J. Japenga en een radiouitzending van RTV Noord