Montage van een interview met een oudere Groninger, in 2010 uitgezonden op RTV Noord. Douwe Boersma ging als 15-jarige jongen naar zee. “Moeilijke” groninger jongens gingen de kustvaart in, al kwam uit een beroepentest dat hij geschikt was als lithograaf. Zijn vader werkte als eerste arbeider op een grote Groninger boerderij, werd later veehouder in Lutjegast. Boersma begon in Gaarkeuken met meehelpen. Dan voer hij ´s ochtends naar de Oostersluis in Groningen, bleef soms wel dagen van huis, dan ging hij naar Delfzijl of Hamburg en werd hij daar door de schipper op de trein gezet naar huis. Op z´n 15e ging hij naar zee. Zijn vader was tegen, zijn moeder zette haar handtekening. In Gaarkeuken stapte hij aan boord van De Zwerver. Hij deed huishoudelijke taken. In het westen werd hij niet verstaan. In Hamburg mocht hij met een stuurman de wal op. Ze kwamen op de Reeperbahn in een stripclub terecht,h ij had nog nooit een naakte vrouw gezien. De volgende dag werd de stuurman door de vrouw van de schipper uitgefoeterd. In Hoogezand volgde hij een scheepsbouwopleiding, hij was de beste van de klas. Het eerste schip dat hij bouwde, daar ging hij helemaal in op. Hij herinnert zich de tewaterlating van dit grote schip nog goed. Nadat het schip was uitgevaren raakte Boersma hierdoor een tijd van slag, omdart het weg was. Hij werkte in de klinkploeg. Dat was zwaar, vooral vanwege het lawaai.
In de winter kwamen de coasters op de werf voor onderhoud. Oude platen moesten eraf. Dat slopen was zwaar en smerig werk. Hij kocht kleren, die hij na een dag kon weggooien. Hij werkte in de koude oostenwind met een luchtboormachine. In Meppel ontving Boersma tekeningen van een duur tekenbureaud ie erg slecht waren. Hij liet de directie weten dat hij dat zelf wel beter kon enn na verloop van tijd heeft hij succesvol een snel en zuinig schip ontworpen. Recentelijk deed hij nog een opdracht voor een schip in Sliedrecht en als hij dan weer op een werf komt voelt hij zich daar thuis.