AV9189 Hou t was; Betsy Bakema-Bos 01-11-2009
Video bestand digitaal, kleur en zwartwit, met geluidAV9189 Hou t was; Betsy Bakema-Bos
, 01-11-2009
Video bestand digitaal, kleur en zwartwit, met geluidMontage van een interview met een oudere Groninger, in 2009 uitgezonden op RTV Noord. Betsy Bakema-Bos uit Sauwerd. Zij is in 1933 geboren. In 1958 trouwde ze. Ze zat op de lagere school in Sauwerd. Ze vertelt dat als de meester floot de kinderen in die tijd in een rij gingen staan en dan heel rustig het schoolgebouw betraden. In het begin van het laatste schooljaar gaf de meester al aan wat zij later zou worden. Ze kon naar de MULO. Ze had geen idee wat ze na de MULO moest gaan doen. De vormingsklas van de huishoudschool leek haar in ieder geval helemaal niets. Een oom en tante uit Groningen die eens op bezoek kwamen stelden de kweekschool voor. Ze reageerde op een vacature bij de BLO-school. Ze had de afdeling voor kinderen met een IQ van 60 tot 80. In het begin dacht ze dat ze dat werk niet kon. Ze vond de kinderen namelijk heel vreemd. Alle kinderen bezochten vroeger de lagere school. Ook verstandelijk gehandicapten, maar al gauw bleek dat zij dat niveau volstrekt niet aankonden. Ze moesten daarom naar een speciale school endat betekende dat ze naar de BLO-school in de stad moesten. Uit allerlei dorpen kwamen deze kinderen dan. Tussen de middag aten ze met de kinderen. Er was dan een korte pauze en vervolgens het middagprogramma dat tot 15.00 uur duurde. De kinderen waren ongeveer zeven of acht jaar als ze op de BLO-school kwamen. Er waren drie groepen: begin, midden en eind, verdeeld in verschillende klassen. Tot 15 of 16 jaar. Sommigen kregen een baantje.Op vrijdagmorgen kregen de meisjes een schort voor en gingen ze bij vrouwen werken in de huishouding. Jongens volgden de arbeidsklas met timmeren en zagen. Mevrouw vertelt dat je de kinderen toesprak. Wat je als juf zei, dat gebeurde ook. Dat vindt ze een grote verandering met hoe het tegenwoordig gaat op school. Er waren ook geen ordeproblemen. De kinderen kregen allen een reken- of een taaltaak. Als ze iets wilden vragen moesten ze naar voren komen en een nummer halen om op hun beurt te wachten.