Over het werk van het Koninklijk Instituut voor Doofstommen: H.D. Guyot. Met ondertiteling. Een kind krijgt een hoortest met moderne apparatuur. Een maatschappelijk werkster gaat op huisbezoek. Ze doet een aantal testen met een meisje, Rechelle. Schooltaxi’s rijden af en aan om kinderen af te leveren bij school, er is ook een internaat. Rechelle komt voor het eerst op school. Ze wordt gebracht door vader en moeder, moeder gaat mee naar binnen. Rechelle heeft een gehoorapparaat in, ze speelt mee met de klas. Ze wordt snel opgenomen in de groep. De kinderen krijgen spelenderwijs les. Rechelle krijgt ook 1 op 1 les, om te leren articuleren. Ook Jelle leert articuleren met behulp van een microfoon en een koptelefoon. Er is les in gebarentaal, Sinterklaas komt op bezoek. De leraren bespreken de kinderen. De kinderen krijgen ook lichamelijke oefening. Voor kinderen met motorische problemen is er hydrotherapie; bewegen in het water. Er is ook fysiotherapie om houding en beweging te bevorderen. Een lerares doet kinderen voor hoe ze ritmisch moeten bewegen op muziek. Er is paardrijles, in een manege bij Lewenborg, voor het evenwicht. Er zijn voetbalwedstrijden en een soort zeskamp voor kinderen. De verslaggeefster van de schoolkrant is er bij. De schoolkrant wordt commercieel geexploiteerd bij wijze van vakopleiding. Andere vakopleidingen zijn gericht op timmeren, naaien, koken. Na het knutselen spelen de kinderen op het schoolplein. Er is Engelse les, biologie, techniek. De Vinkenborgh is een school waar les wordt gegeven in autotechniek. De leraar geeft aan dat de dove kinderen prima mee kunnen. Een klas gaat op excursie naar de Gasunie. Het gaat om zelfredzaamheid. Kinderen kopen zelf een cadeautje voor de 4e verjaardag van Rechelle. Ze doen mee met de wandelvierdaagse. Het internaat voelt huiselijk aan, is knus. De bedoeling is echter juist de kinderen de maatschappij in te kunnen sturen. Het instituut begeleidt bij het zoeken naar een baan.