Video insluiten

30 Interview met de heer Jan Zwerver 2009-01-22

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

30 Interview met de heer Jan Zwerver
, 2009-01-22

Video, kleur, met geluid

Interview met de heer Jan Zwerver, geboren in 1924 in Onderdendam. De heer Zwerver groeide op in een gezin met acht kinderen en heeft zijn hele leven in Onderdam gewoond. Zijn vader was seizoenarbeider in de steenfabriek, waar Jan Zwerver zelf ook nog heeft gewerkt. Daarnaast vervoerde vader Zwerver in de herfst suikerbieten met een praam, waarbij het hele gezin meeging. Ook Jan Zwerver zelf heeft nog suikerbieten vervoerd over water. De heer Zwerver vertelt over zijn jeugd in Onderdendam, het werk op de steenfabriek, het bietenvervoer en het leven aan boord. Hij verlevendigt zijn verhaal met diverse anekdotes.

11 fragmenten uit 30

Fragment 3 van 11 - 3000:07:37:00 - 00:15:08:00

Als de steenfabriek gesloten werd in de herfst kwam vader Zwerver werkloos thuis te zitten vertelt Jan Zwerver. Toen Jan een jaar of zeven w……

Als de steenfabriek gesloten werd in de herfst kwam vader Zwerver werkloos thuis te zitten vertelt Jan Zwerver. Toen Jan een jaar of zeven was vervoerde zijn vader in de herfst suikerbieten vanuit de polder bij Den Andel naar de suikerfabriek in de stad Groningen met een gehuurde praam van café Bulthuis in Eenrum. Veel arme mensen uit deze regio hadden deze bijverdienste in de herfst. De groen geverfde praam had een roef en het hele gezin voer mee en sliep aan boord (vader, moeder en vijf kinderen. De oudste twee kinderen waren het huis al uit en "uitbesteed" ). Als platbodem met weinig diepgang kon de praam goed in polders varen. De praam had een laadvermogen van zo'n 35-40 ton en had kooien in de roef (waar oa Jan Zwerver sliep) en het vooronder. De heer Zwerver herinnert zich dat het erg nauw was aan boord. Apol uit Wirdum verhuurde ook veel pramen vertelt de heer Zwerver. Tussen de bietenschippers was geen concurrentie. Als de praam was vol geladen ging vader "in de lijn" en moeder aan het roer. Zo werd het schip vanuit de polder naar Onderdendam gesleept. Tijdens het varen mochten de kleinste kinderen (Jan en zijn zus) niet uit de roef komen. Het slepen van de praam aan een touw, met een zeel voor de borst, was erg zwaar, maar als de gang er eenmaal in zat was het vooral een kwestie van naar voren hellen en doorlopen.

Fragment 6 van 11 - 3000:27:01:00 - 00:37:20:00

De heer Zwerver vertelt dat zijn vader klanten (boeren) kreeg via een zgn bietenagent uit Eenrum (café Bulthuis). Elke polder had zijn eige……

De heer Zwerver vertelt dat zijn vader klanten (boeren) kreeg via een zgn bietenagent uit Eenrum (café Bulthuis). Elke polder had zijn eigen bietenagent. Waarchijnlijk ging vader Zwerver op de fiets naar café Bulthuis om te horen of er vracht was en waar / wanneer hij die kon halen. De prijzen en verdiensten in die tijd kan de heer Zwerver zich niet goed herinneren. Tijdens de bietencampagne was het woonhuis van de familie Zwerver aan het water in Onderdendam onbewoond. Soms legde het gezin even aan met de praam voor een kort bezoek. Voor het varen met een praam was geen diploma vereist. Na de bietencampagne had vader ongeveer twee maanden geen werk. In het voorjaar werd de steenfabriek weer opgestart. De heer Zwerver kan zich herinneren dat ze af en toe zgn "crisisvlees" uit blik aten. Dit was rundvlees uit Californië dat hem goed smaakte. Moeder kookte ook aan boord van de praam. Ze deed boodschappen in Onderdendam (als de praam leeg was, voordat nieuwe vracht werd opgehaald in de polder) of bij de sluiswachter in Warffum in een winkel/bakkerij. De heer Zwerver herinnert zich het Franse brood en de snoepjes die ze kregen. Vaak at het gezin makkelijk (aardappels zonder vlees, rijst uit de hooikist ed, zgn luie wijvenkost). De heer Zwerver vermoedt dat de praam van Bulthuis ook verhuurd werd voor het vervoer van stro. Het was een relatief goed onderhouden praam waar ook op gewoond kon worden, wat niet op alle pramen kon.

Fragment 7 van 11 - 3000:37:20:00 - 00:41:54:00

Vervoer van suikerbieten per praam leverde erg veel stress op vertelt de heer Zwerver. Als je gesleept werd, of tijdens het laden en lossen ……

Vervoer van suikerbieten per praam leverde erg veel stress op vertelt de heer Zwerver. Als je gesleept werd, of tijdens het laden en lossen viel er geen tijdwinst te behalen. Het varen ging daarom extra gehaast en gespannen. Een extra vracht door tijdwinst betekende extra inkomsten. De heer Zwerver herinnert zich dat praamschippers later beschikten over een opduwer, een bootje voorzien van een tweedehands Ford automotor. Deze motoren konden ook op (goedkopere) petroleum lopen ipv benzine als ze eenmaal warm waren gedraaid. In de nauwe ondiepe poldervaarten sleepte het bootje de praam ipv het te duwen. Het schroefwater dat daardoor onder de praam door kolkte zorgde ervoor dat de praam makkelijker vooruit kwam. Eenmaal uit de polder in ruimer dieper water bij Onderdendam kwam het bootje achter de praam. De man nam dan het roer over van zijn vrouw die in het vooronder verdween. Vaak leverde dit veel gemopper op, want de mannen gaven de vrouwen altijd de schuld als hen iets niet beviel tijdens het varen. Een leuk tafereel voor Jan Zwerver en zijn vrouw die aan het water woonden. In de tijd dat de vader van Jan Zwerver met de praam voer werden er nog geen opduwers gebruikt. De praam werd destijds voortgetrokken met mankracht, geboomd of, samen met andere pramen, gesleept door een stoomsleepboot van de suikerfabriek.

Fragment 11 van 11 - 3000:58:15:00 - 01:12:04:00

Tijdens de Tweede Wereldoorlog voer Jan Zwerver als een soort lichtmatroos op een bietenpraam voor twee mannen (Rieks en Pé). Rieks had een……

Tijdens de Tweede Wereldoorlog voer Jan Zwerver als een soort lichtmatroos op een bietenpraam voor twee mannen (Rieks en Pé). Rieks had een sleepbootje en zijn zwager Pé had twee pramen gehuurd. De pramen werden bemand door Rieks. Pé en zijn zwager (ook Rieks geheten) en Jan Zwerver. De motor van de sleepboot draaide mbv een gasgenerator vanwege het brandstof gebrek. Zwerver vertelt dat Rieks een keer bewusteloos raakte van de dampen van de gasgenerator toen hij ergens had aangelegd. Een vrouw aan de wal ontdekte nog net op tijd dat hij in de problemen zat en redde waarschijnlijk zijn leven door een luik open te zetten zodat er frisse lucht naar binnen kon. Nauwelijks bijgekomen van het oponthoud ging Rieks weer aan het werk. Jan Zwerver was op de praam van Rieks en Pé beland nadat hij zijn baan op de VEENO fietsfabriek had opgegeven om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. Na het bieten vervoeren kwam Jan Zwerver te werken bij een rietdekker maar hij belandde uiteindelijk toch in Duitsland. Daar moest hij werken in de haven en in een bierbrouwerij in Hamburg. Een benauwde tijd (bombardementen). De heer Zwerver heeft altijd genoten van de vrijheid en de natuur tijdens het bieten varen. Hij vertelt dat hij als lichtmatroos een keer stamppot maakte aan boord tijdens de Tweede Wereldoorlog van aardappels, knollen en suikerbieten. Het was niet te eten. Rieks zat op de sleepboot, Pé en Jan op de ene praam en de zwager van Pé (Rieks) op de andere. De praam van Pé 's zwager had geen den (en dus ook geen gangboord). Soms zorgde dat voor gevaarlijke situaties zoals een keer op het Van Starkenborghkanaal bij harde wind herinnert Jan Zwager zich. De heer Zwager noemt nog enkele plekken waar hij langs voer op weg naar de suikerfabriek.