Video insluiten

0049 Interview met mevrouw E. A. van Dijk-Koning 2009-05-28

Video, kleur, met geluid
Lengte: 01:40:51:00
Video insluiten

0049 Interview met mevrouw E. A. van Dijk-Koning
, 2009-05-28

Video, kleur, met geluid
Lengte: 01:40:51:00

Mevrouw van Dijk-Koning (1923) is geboren in Groningen. Na de middelbare (meisjes)school was ze graag gaan studeren, maar dat mocht in eerste instantie niet van haar ouders. Haar examen deed ze tijdens de oorlog. In en na de oorlog had ze enkele baantjes. Na de oorlog studeerde ze Engels, een studie die ze zelf bekostigde. Ze trouwde met een schei- en natuurkundeleraar uit Hoogezand, met wie ze naar Warffum verhuisde toen hij daar hoofd van de HBS werd. Het dorpsleven in Warffum was voor mevrouw een omschakeling, maar uiteindelijk heeft ze zich er goed aangepast. Nadat haar man overleed is ze op een gegeven moment huiskamerconcerten gaan organiseren voor Roemeense musici. Met veel succes.

13 fragmenten uit 0049

Fragment 3 van 13 - 004900:14:22:00 - 00:24:25:00

De lagere school was dus een meisjesschool. Daar had ze geen omgang met jongens. Op de meisjes-HBS was er wel contact met jongens, maar het ……

De lagere school was dus een meisjesschool. Daar had ze geen omgang met jongens. Op de meisjes-HBS was er wel contact met jongens, maar het hield zeker niet over. Mevrouw leed daar verder niet onder. Ze had het erg naar de zin op school en deed ook mee aan activiteiten en zat in een bestuur van de schoolclub.Na de HBS konden sommigen naar de universiteit, maar dat waren slechts weinigen. Anderen werden analiste, fysiotherapeut, gymnastieklerares of secretaresse. Verpleegster kon ook. Mevrouw deed in 1942 in de oorlog eindexamen. Ze vertelt over het verdwijnen van Joodse meisjes op school en een Joodse handwerklerares. Die laatste zat ondergedoken bij collega's, maar de meisjes, ook die van de lagere school zijn weggevoerd en slechts van eentje herinnert ze zich dat die is teruggekeerd. Mevrouw was zelf niet bang in de oorlog. Alleen optimistisch.Ze had een vriendinnetje dat bij de NSB zat. Met haar wilde ze toen niet meer omgaan, ook al waren natuurlijk vooral haar ouders van de NSB. Als de koningin jarig was groetten ze elkaar stiekem. Dat gaf een prettig eensgezind gevoel, waar ze ondanks de oorlog goede herinneringen aan bewaart. Wel was er bijna niets verkrijgbaar en moest ze met alles zuinig doen. Met kleren bijvoorbeeld, terwijl je als puber daar toch wel kien op bent. Er was gewoon niets meer. In 1946 ook nog niets. Alles was geroofd of op. Desondanks was het in Groningen toch relatief eenvoudig de oorlog door te komen. Geen hongerwinter en er was in zekere zin ook plezier, zoals feestjes, waarvan ze pas in de ochtend weer naar huis konden, omdat je niet op straat mocht. Haar vader bleef les geven in de oorlog. School ging ook verder, zij het op een gegeven moment halve dagen, omdat de Rijks-HBS erbij kwam vanwege tekort aan brandstof. Die jongens schreven tekstjes voor de meisjes op de tafels. Mevrouw herinnert zich hoe ze een keer haar Duitse literatuurboek moest inleveren, waar vervolgens alle passages over Duitse Joden u

Fragment 5 van 13 - 004900:32:17:00 - 00:40:26:00

Mevrouw heeft uitgebreid de bevrijding gevierd. Ze is weggegaan bij de krant, want ze wilde vrij zijn. Ze heeft zich met een vriendin bij het Rode Kruis aangemeld. Lang……

Mevrouw heeft uitgebreid de bevrijding gevierd. Ze is weggegaan bij de krant, want ze wilde vrij zijn. Ze heeft zich met een vriendin bij het Rode Kruis aangemeld. Langs het Hoornsediep heeft ze gesneuvelde Duitsers toegedekt. Er was genoeg te doen. Dat duurde een week of drie.Ze vond het vreselijk om de ravage in Groningen te zien. Hun eigen huis had glasschade, maar dart was niet zo erg. Er kwam eerst een kunstraam voor.Bij de bevrijding onderzochten de Canadezen de huizen op explosieven en lieten dan chocola en ander eten achter. De eerste bevrijdingsdag wist ze van gekkigheid niet wat ze moesten doen. Ze vlogen elkaar om de hals, spraken met Canadezen af en dansten in Huize Maas en Knigge, met een orkest en eerst onder begeleiding. Tijdens de oorlog was dansen verboden geweest. Ze vertelt over haar ervaringen, waarbij ze min of meer door de jongens werden geannexeerd.Een vriendin werkte bij een Engels bureau, Claims and hirings, aan de Westersingel, dat beschadigde gebouwen bezocht en daar over rapporteerde. Mevrouw nam de baan over van haar vriendin die ziek werd. Dat vond ze heel fijn werk en ze sprak uitstekend Engels. Ze kon ook goed opschieten met haar collega's die ze zelfs meenam naar huis om daar samen muziek te maken. Het kantoor verhuisde naar Apeldoorn en mevrouw ging mee. Toen dat ophield in 1946 wilde ze graag studeren, maar haar moeder hield dat tegen. Dat ging dus helaas niet door.