Video insluiten

0049 Interview met mevrouw E. A. van Dijk-Koning 2009-05-28

Video, kleur, met geluid
Video insluiten

0049 Interview met mevrouw E. A. van Dijk-Koning
, 2009-05-28

Video, kleur, met geluid

Mevrouw van Dijk-Koning (1923) is geboren in Groningen. Na de middelbare (meisjes)school was ze graag gaan studeren, maar dat mocht in eerste instantie niet van haar ouders. Haar examen deed ze tijdens de oorlog. In en na de oorlog had ze enkele baantjes. Na de oorlog studeerde ze Engels, een studie die ze zelf bekostigde. Ze trouwde met een schei- en natuurkundeleraar uit Hoogezand, met wie ze naar Warffum verhuisde toen hij daar hoofd van de HBS werd. Het dorpsleven in Warffum was voor mevrouw een omschakeling, maar uiteindelijk heeft ze zich er goed aangepast. Nadat haar man overleed is ze op een gegeven moment huiskamerconcerten gaan organiseren voor Roemeense musici. Met veel succes.

13 fragmenten uit 0049

Fragment 1 van 13 - 004900:00:00:00 - 00:07:49:00

Mevrouw Van Dijk-Koning is geboren op 14 februari 1923 in Groningen. Ze komt uit een onderwijsgezin, haar vader was leraar Duits aan de ULO. Ze is enig kind. Mevrouw bezocht de O…

Mevrouw Van Dijk-Koning is geboren op 14 februari 1923 in Groningen. Ze komt uit een onderwijsgezin, haar vader was leraar Duits aan de ULO. Ze is enig kind. Mevrouw bezocht de Opleidingsschool voor meisjes aan het Gedempte Zuiderdiep in Groningen. Dat was een half uur lopen van huis. Onderweg beleefde ze van alles. Er was ook een jongensschool in de Jacobijnenstraat. Op een gegeven moment werd de laatste klas van de jongensschool samengevoegd met die van de meisjes. Het bleek dat de meisjes veel beter onderwijs kregen dan de jongens. Dat kwam door het intensieve niveau van de meisjesschool. Zaterdag bleven ze een uur langer en kregen ze in de laatste klassen Frans. Dat stamde nog uit de Franse tijd. Mevrouw vertelt dat er ook veel Joodse meisjes op de school zaten. Ze bewaart leuke herinneringen aan die tijd. Iedereen was gelijk. Mevrouw woonde in het westen van de stad waar veel Joden en gereformeerden zaten. Zelf was ze vrijzinnig. Ze herinnert zich de kinderrijke straat waar ze eindeloos heeft gespeeld. Alleen op zondag was het wat anders, omdat veel kinderen naar de kerk gingen en zij niet. Mevrouw vertelt dat het standsverschil of verschil in milieu tussen kinderen een grote rol speelde. Dat is lang zo geweest. Een arbeidersvrouw noemde je juffrouw en niet mevrouw.

Fragment 3 van 13 - 004900:14:22:00 - 00:24:25:00

De lagere school was dus een meisjesschool. Daar had ze geen omgang met jongens. Op de meisjes-HBS was er wel contact met jongens, maar het hield zeker niet over. Mevrouw leed daar…

De lagere school was dus een meisjesschool. Daar had ze geen omgang met jongens. Op de meisjes-HBS was er wel contact met jongens, maar het hield zeker niet over. Mevrouw leed daar verder niet onder. Ze had het erg naar de zin op school en deed ook mee aan activiteiten en zat in een bestuur van de schoolclub. Na de HBS konden sommigen naar de universiteit, maar dat waren slechts weinigen. Anderen werden analiste, fysiotherapeut, gymnastieklerares of secretaresse. Verpleegster kon ook. Mevrouw deed in 1942 in de oorlog eindexamen. Ze vertelt over het verdwijnen van Joodse meisjes op school en een Joodse handwerklerares. Die laatste zat ondergedoken bij collega's, maar de meisjes, ook die van de lagere school zijn weggevoerd en slechts van eentje herinnert ze zich dat die is teruggekeerd. Mevrouw was zelf niet bang in de oorlog. Alleen optimistisch. Ze had een vriendinnetje dat bij de NSB zat. Met haar wilde ze toen niet meer omgaan, ook al waren natuurlijk vooral haar ouders van de NSB. Als de koningin jarig was groetten ze elkaar stiekem. Dat gaf een prettig eensgezind gevoel, waar ze ondanks de oorlog goede herinneringen aan bewaart. Wel was er bijna niets verkrijgbaar en moest ze met alles zuinig doen. Met kleren bijvoorbeeld, terwijl je als puber daar toch wel kien op bent. Er was gewoon niets meer. In 1946 ook nog niets. Alles was geroofd of op. Desondanks was het in Groningen toch relatief eenvoudig de oorlog door te komen. Geen hongerwinter en er was in zekere zin ook plezier, zoals feestjes, waarvan ze pas in de ochtend weer naar huis konden, omdat je niet op straat mocht. Haar vader bleef les geven in de oorlog. School ging ook verder, zij het op een gegeven moment halve dagen, omdat de Rijks-HBS erbij kwam vanwege tekort aan brandstof. Die jongens schreven tekstjes voor de meisjes op de tafels. Mevrouw herinnert zich hoe ze een keer haar Duitse literatuurboek moest inleveren, waar vervolgens alle passages over Duitse Joden uit werden gescheurd.

Fragment 5 van 13 - 004900:32:17:00 - 00:40:26:00

Mevrouw heeft uitgebreid de bevrijding gevierd. Ze is weggegaan bij de krant, want ze wilde vrij zijn. Ze heeft zich met een vriendin bij het Rode Kruis aangemeld. Langs het Hoorns…

Mevrouw heeft uitgebreid de bevrijding gevierd. Ze is weggegaan bij de krant, want ze wilde vrij zijn. Ze heeft zich met een vriendin bij het Rode Kruis aangemeld. Langs het Hoornsediep heeft ze gesneuvelde Duitsers toegedekt. Er was genoeg te doen. Dat duurde een week of drie. Ze vond het vreselijk om de ravage in Groningen te zien. Hun eigen huis had glasschade, maar dart was niet zo erg. Er kwam eerst een kunstraam voor. Bij de bevrijding onderzochten de Canadezen de huizen op explosieven en lieten dan chocola en ander eten achter. De eerste bevrijdingsdag wist ze van gekkigheid niet wat ze moesten doen. Ze vlogen elkaar om de hals, spraken met Canadezen af en dansten in Huize Maas en Knigge, met een orkest en eerst onder begeleiding. Tijdens de oorlog was dansen verboden geweest. Ze vertelt over haar ervaringen, waarbij ze min of meer door de jongens werden geannexeerd. Een vriendin werkte bij een Engels bureau, Claims and hirings, aan de Westersingel, dat beschadigde gebouwen bezocht en daar over rapporteerde. Mevrouw nam de baan over van haar vriendin die ziek werd. Dat vond ze heel fijn werk en ze sprak uitstekend Engels. Ze kon ook goed opschieten met haar collega's die ze zelfs meenam naar huis om daar samen muziek te maken. Het kantoor verhuisde naar Apeldoorn en mevrouw ging mee. Toen dat ophield in 1946 wilde ze graag studeren, maar haar moeder hield dat tegen. Dat ging dus helaas niet door.

Fragment 7 van 13 - 004900:46:54:00 - 00:55:48:00

Mevrouw had op dat moment geen verkering. In de oorlog had ze een vriend die moest onderduiken en toen maakte ze het uit. Ze wachtte op de ware en die ontmoette ze niet. Ook niet t…

Mevrouw had op dat moment geen verkering. In de oorlog had ze een vriend die moest onderduiken en toen maakte ze het uit. Ze wachtte op de ware en die ontmoette ze niet. Ook niet tussen de Canadezen. Ze was dus best zelfstandig en met haar carrière bezig, in zekere zin geëmancipeerd. Haar meeste vriendinnen waren inmiddels verloofd of getrouwd. Ze had dus twee banen en studeerde Engels, één dag aan de universiteit, waar ze alleen maar mocht toehoren omdat ze niet officieel aan de universiteit mocht studeren. Mevrouw vond dit erg vervelend. Ze volgde ook nog privé les daarnaast. Afgezien van het toehoren aan de universiteit was ze erg gelukkig. Vervolgens ontmoette ze de man van haar leven, een leraar scheikunde en natuurkunde in Hoogezand. Haar moeder en schoonmoeder bleken elkaar te kennen van vroeger. Ze trouwden allebei een tien jaar oudere man en op dezelfde dag in hetzelfde gemeentehuis op hetzelfde tijdstip bovendien. Na de oorlog kwamen haar schoonouders tegenover elkaar in Groningen te wonen. Een tante van haar aanstaande man heeft mevrouw en haar toekomstige man als het ware gekoppeld. Voor haar man was het liefde op het eerste gezicht. Voor haar duurde het iets langer. Ze trouwden in 1949 en gingen wonen in Hoogezand, waar hij les bleef geven.

Fragment 12 van 13 - 004901:23:23:00 - 01:38:21:00

Na het overlijden van haar man in 1991 heeft mevrouw het een tijd erg moeilijk gehad. Ze is toen heel intensief piano gaan spelen, wat ze als kind ook al had gedaan, maar niet echt…

Na het overlijden van haar man in 1991 heeft mevrouw het een tijd erg moeilijk gehad. Ze is toen heel intensief piano gaan spelen, wat ze als kind ook al had gedaan, maar niet echt had doorgezet. Het kostte haar heel veel tijd om weer en beetje op niveau te komen, maar dat is toch gelukt. Ze kocht zelfs een vleugel. Ze reageerde op een krantenadvertentie waarin gevraagd werd om een podium voor een Roemeense pianist. Dat optreden heeft plaatsgevonden in haar huis. Het was spannend, maar het ging goed. De Roemeense pianist was zelf ook tevreden. Mevrouw is vervolgens begonnen met het organiseren van huisconcerten bij andere mensen en bij zichzelf. Er kwam nog een trio bij uit Roemenië waar ze optredens voor regelde en een zangeres met een pianist. Dit werd ook een succes. Mevrouw is zelf ook uitgenodigd naar Roemenië te komen, door de zangeres en haar man. Ze genoot hier enorm van. Ze raakte bevriend met een Nederlandse vrouw die zich ook voor de concerten inspande met wie ze Roemenië heeft bezocht. Ze heeft zich ook nog ingespannen voor een Roemeen die een hand had verloren zodat die een prothese kon krijgen. Het trio is op haar vijfenzeventigste verjaardag naar Nederland gekomen en heeft toen opgetreden. Vijf jaar later nog een keer en weer vijf jaar later nogmaals.